Synoniem van blakeren

Deze uitdrukkingen duiden het branden aan, voor zoo verre het de oppervlakte van een voor¬werp treft. Blaken is de oppervlakte of de buitenzijde van iets branden. Het wordt alleen van bepaalde voorwerpen gezegd. Een schip blaken — het met brandend riet rondom zengen, om het voor den worm te bewaren. Het huis was geblakerd — de muren waren zoo gebrand, dat de sporen van brand er uitwendig op zichtbaar waren. Schroeien is het al branden der uiterste deelen, terwijl het inwendige ongedeerd blijft. Zengen wordt meer bepaald van het branden van veeren of haar gezegd, waarbij geene vlam ontstaat. Hoenders schroeien, zengen rz geplukte hoenders boven het vuur houden om er de kleine veertjes af te branden.

blakeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: bla-ke-ren

1. het verschroeien door middel van hitte
♢ we keken in een geblakerde schoorsteen

Regelmatig werkwoord: bla-ke-ren
ik blaker
jij/u blakert
hij/zij blakert
wij/zij/jullie blakeren
ik/jij/u/hij/zij blakerde
wij/zij/jullie blakerden
hij heeft geblakerd
de/het/een geblakerde ....