Synoniemen zoeken
Synoniem van auto
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
auto
auto - Een auto kan worden gebruikt voor sport, en voor het vervoer van personen of goederen. Hier gaat het voornamelijk om de eerste twee categorieën; 'auto' is dan synoniem met personenauto en luxe-auto (als tegenovergestelde van 'vrachtauto'; het woord raakt echter in onbruik), en in België met voiture. In enigszins bekakte stijl zegt men wagen; informeel is kar, archaïstisch automobiel. Passagiers en lichte vracht worden vervoerd met een combi, stationcar of familiale, lichte vracht alléén met een bestelauto. Voor races is de bolide bestemd, een ander woord voor raceauto of racewagen; een formulewagen voldoet aan bepaalde eisen van motorbegrenzing en motorinhoud. Stock-cars zijn gewone auto's die in een bepaalde race meerijden. Taxi's zijn uitgerust met een taxameter en vervoeren passagiers. In een twoseater is plaats voor twee personen. Coupé heet een auto voor twee personen met twee deuren. Bij begrafenissen gebruikt men begrafenisauto's; voorop rijdt de lijkauto, waarin de dode wordt vervoerd; daarachter komen de volgauto's voor familie en vrienden. Een auto met vier deuren noem je een sedan; als hij groot is, en de bestuurdersplaats door een glazen ruit wordt afgescheiden van de passagiersruimte, is de term limousine van toepassing. Ook een auto met aan elke kant één deur heet een sedan (in dit geval synoniem met coach). De kap van een cabriolet kan worden neergeklapt. Iemand die een auto huurt, bestuurt een huurauto. Het model van een sportwagen is sportief en er kan een hoge snelheid mee worden bereikt. Voor terreinritten wordt de buggy gebruikt, een kleine, open auto zonder spatborden. Is het terrein ruig, dan vervoert men zich in een landrover of terreinauto. Pantserauto's zijn militaire auto's met beschermende beplating. Zeer klein is de wegluis, wat niet hetzelfde is als een kever: een auto van bepaalde typen van het merk Volkswagen. Andere namen voor auto's zijn de slak (een langzaam rijdende auto) en de eend (ook lelijke eend, deux-chevaux of, in België, twee-pk): een auto van het merk Citroen, 2-CV. Een oude auto noem je minachtend een oude brik; een kneusje is daarbij niet meer helemaal in orde. Fraai en groot is daarentegen de slee. Een bedrijf of instelling is eigenaar van een bedrijfsauto of dienstauto en stelt deze ter beschikking aan een werknemer voor gebruik in verband met zijn werkzaamheden.
Zie ook: motorvoertuig.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
auto
auto - zelfstandig naamwoord
uitspraak: au-to
1. vervoermiddel met motor en meer dan twee wielen
♢ als het slecht weer is, ga ik met de auto
Zelfstandig naamwoord: au-to
de auto
de auto's
het autootje
Synoniemen
automobiel