Synoniemen zoeken
Synoniem van aftrekken
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
aftrekken
aftrekken, door onderdompeling in een vloeistof ontdoen van bepaalde bestanddelen. Aftrekken door te koken noem je afkoken.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Aftrekken
De hoeveelheid eener som geld, die men betaalt, verminderen. Men kort en trekt af, wanneer men eene tegenvordering heeft; men houdt in op een loon of een trakte¬ment, b.v. om iemand in staat te stellen een genoten voorschot bij gedeelten terug te geven, eene achterstallige schuld bij gedeelten af te doen, of een stuivertje tegen den kwaden dag te besparen; men houdt een tegenvordering af van de som, die men zelf te betalen heeft. Op verzoek der schuldeischers werd elk kwartaal een belangrijk deel van zijn traktement ingehouden. Daar de som spoedig betaald werd, heeft men hem toegestaan vijf percent te korten. Zie hier uw geld, de verschotten heb ik er afgehouden. Ik zal u iedere week een gulden van uw loon inhouden, dan hebt ge van den winter ten minste geen broodsgebrek.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
aftrekken
aftrekken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: af-trek-ken
1. de ene hoeveelheid van de andere hoeveelheid afhalen
♢ als je 3 van 7 aftrekt, dan hou je 4 over
2. zorgen dat hij een zaadlozing krijgt
♢ de man trok zich af
Onregelmatig werkwoord: af-trek-ken
ik trek af (... ik aftrek)
jij/u trekt af (... jij aftrekt)
hij/zij trekt af (... hij aftrekt)
wij/zij/jullie aftrekken
ik/jij/u/hij/zij trok af (... ik aftrok)
wij/zij/jullie trokken af (... wij aftrokken)
hij heeft afgetrokken
Synoniemen
afhouden, afrukken
Tegenstellingen
optellen