Prisma van de symbolen

Hans Biedermann (1992)

Gepubliceerd op 02-10-2020

sleutel

betekenis & definitie

voorwerp om iets mee af te sluiten, als symbolisch instrument kenmerkend voor de macht van de drager ervan, te ‘binden en te ontbinden’ (zie knoop). In rooms-katholieke termen wordt aan de apostel Petrus de ‘sleutelmacht’ toegeschreven, met verwijzing naar het evangelie van Matteüs, 16: 19.

< >