Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

heugen

betekenis & definitie

: zich heugen (heugde zich, heeft zich geheugd), (alg.) zich herinneren. De getuige kon zich alles niet precies heugen, maar wist wel dat hij na fiat van de RvT naar de toppers van de bank was gestapt (DWT 21-2-1981).

- Etym.: In AN zijn alleen constructies juist als ‘het heugt mij, dat...’, 'de tijd heugt mij, dat...’ e.d. De SN bet. komt in Ned. wel voor, maar weinig.