Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

handlanger

betekenis & definitie

(de, -s), hulpje, helper (als functie). Hij bleef steeds in de mijnafdeling werken als baanwachter, onderhoudsman en later als handlanger (Bauxco Nieuws, aug. 1964: 9).

Etym.: In scheepstaal en in Zeeland (Ghijsen) kan h. de SN bet. hebben, maar in AN heeft het i.h.a. betr. op helpen bij ongunstige bezigheden.