Oetlul - stommeling. Overgenomen uit de volkstaal. Volgens Van Dale wordt oeteren gewestelijk gebruikt in de zin van: beuzelen, onhandig bezig zijn. Misschien bestaat er ook een verband met het Barg. oets = grap.
Voor de eerste keer schieten ze op me. Oetlullen! - Bert Hiddema, Piripiri (1984)