er meer dan genoeg van hebben, er niets meer van willen weten. Tabak komt in de 17de en 18de eeuw voor in de zin van: iets voortreffelijks, heerlijks.
In deze zegsw. wordt dit mogelijk ironisch toegepast op iets dat men helemaal niet prettig vindt; vgl. ervan lusten, van de taart krijgen en derg. De uitdr. is echter zeer jong (20ste e.).