Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Een kerel als Kas

betekenis & definitie

een flinke kerel, veelal ironisch gezegd tegen een kleine jongen; gewest, ook voor een bloodaard, hier en daar met het toevoegsel en Ka(r)s(t) was een kerel als een onderdeur of maar de beentjes van was. Kas is ontstaan uit Karsten (d.i.

Karstiaan, Christiaan), dat met wegvalling van de s tussen r en t het Zaanse Karten opleverde, en met weglating van de uitgang en wegvalling van de r in het Fries en Noord hollands Kas luidt.