een ondoordringbare duisternis. Deze uitdr. is ontleend aan Exodus 10:21: „Daar zal duisternis komen over Egypteland, dat men de duisternis tasten zal”.
Vgl. Fr. il y fait noir comme dans un four, Hd. Aegyptische Finsternis; Eng. Egyptian (of Memphian) darkness. — Eveneens een bijbelse uitdr. is (het land der) buitenste duisternis, waarmee eig. de hel bedoeld wordt: „En de kinderen des koninklijks zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; aldaar zal wening zijn, en knersing der tanden” (Matth. 8:12; zie ook 25:30).