Zij hebben hun loon al ontvangen.
Uit de bergrede:
Wanneer gij dan aalmoes doet, zoo laat vóór u niet trompetten, gelijk de geveinsden in de Synagogen en op de straten doen, opdat zij van de menschen geëerd mogen worden: voorwaar zeg ik u, zij hebben hun loon weg (SV, Mat. 6:2).
NV: ‘zij hebben hun loon reeds’.
Vgl. SV, Mat. 6:5, 6:16 en Luc. 6:24.