‘Onbetuigd’ komt van het verouderde woord ‘tuige’, dat hetzelfde betekent als: getuige. Van tuige is het ww. tuigen gemaakt, dat: getuigen, getuigenis afleggen, betekent. Zo sprak men vroeger van: ‘Tas toe, het eten tuigt’, hetgeen betekent: het eten legt getuigenis van zich af dat het smakelijk is. Het voorvoegsel ‘be’ van betuigen is een verzwakking van ‘bij’. Betuigen betekent derhalve: tuigen bij, evenals beroepen: roepen bij, berusten: rusten bij, betekent. Men laat zich niet onbetuigd: aan tafel, bij een vechtpartij e.d. De uitdrukking is ontleend aan Hand. 14:17. Daar zegt Paulus tot de heidense bewoners van Lystra in Klein-Azië, dat God zich aan de heidenen: ‘niet onbetuigd heeft gelaten, goeddoende van de hemel, regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende de harten met spijs en vrolijkheid’