Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'Roe'
De roe is van ’t gat
Het gevaar dreigt niet meerEr de roe onder houden
(Z. N.) De kinderen op tijd kastijden en berispen, ze onder tucht houdenDe roe is van het gat
Er is geen gevaar meer dat men nog straf krijgtDe roe in ’t vuur werpen
Met de kastijding of bestraffing ophoudenDe roe ligt daar in de pis
Men moet daar goed oppassen om geen pak slaag te krijgeneigen roem stinkt
→ lofEigen roem stinkt
Men moet zichzelf nooit prijzenZijn roes uitslapen
Bijkomen uit een dronkemans situatierust roest
als je niet bezig blijft, gaan je prestaties achteruit.Rust roest
Werktuigen, die ongebruikt blijven liggen, gaan nogal eens roestenWie zich te veel aan het werk onttrekt, is al spoedig tot weinig meer in staat
Stilstand betekent achteruitgang (b. v. in studie, kennis, wilskracht, enz.)
De trom roeren
Ergens met veel poeha over sprekenOude liefde roest niet
De liefde die men iemand eerst heeft toegedragen gaat nooit geheel verlorenAls men ooit iemand heeft liefgehad, verdwijnt dat gevoel zelden of nooit
De liefde, die men iemand heeft toegedragen, gaat nooit geheel verloren
Maart roert zijn staart
In maart heeft men gewoonlijk onstuimig weerIn maart kan het nog zeer slecht weer zijn
Op 't einde van maart kan men nog slecht weer of winterse dagen hebben
Grote roem, kleine daad
De grootste pochers voeren het minst uitAls de roe van de rug is, is het geselen gedaan
Zo gauw de straf, kastijding voorbij is, is men hem vergetenAls de roe van de rug is, is ’t geselen gedaan
De kastijdingen zijn gauw vergetenmaart roert zijn staart
in het maand maart kan het mooi maar ook slecht, regenachtig weer zijnRoeken broeden geen duiven uit
De kinderen aarden naar de oudersNaar roem en eer behaken
Graag beroemd en erkend willen wordenHij roeit met één riem
Hij is rijk geweest, maar moet zich verminderenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’