Vermoedelijk ontleend aan Spr. 27 : 2 waar staat: ‘Laat u een vreemde prijzen, en niet uw mond; een onbekende, en niet uwe lippen'. Verder aan 1 Cor. 5 : 6, luidende: ‘Uw roem is niet goed'. De bedoeling is: men moet zich zelf niet prijzen. Vgl.: Vriendenlof hinkt - vreemdenlof blinkt. Vgl. voorts Lat.: Propria laus est foetida (sordet), d.i.: eigenlof stinkt (is niets waard)