Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'plan'
Een onbekookt optreden (plan)
De letterlijke betekenis van ‘onbekookt’ is uiteraard: niet voldoende gekookt, niet gaar. De uitdrukking bedoelt: het is niet goed overwogen, niet doordachtEen plan beramen (opperen)
‘Beramen’ betekent letterlijk: op touw zetten; ‘raam’ is hier bedoeld als: weeftoestel. De vorm van het woord is gelijk aan: beschrijven, bedenken, beproeven, beamen e.d. ‘Opperen’ wil zeggen: naar boven brengen (denk aan de ‘opperman’ die de bouwmaterialen op de steiger brengt). De uitdrukking bedoelt dus: een plan ontwerpen of naar voren brengenZijn plan trekken
Zich weten te reddenEen onbekookt plan
Een plan, dat niet goed doordacht iseen onbekookt plan
hij komt met een onbekookt plan: een plan waarover niet goed is nagedacht.Een duivels plan
Een plan dat alleen maar door de duivel kan zijn uitgedacht en bijgevolg aan alle eisen van gemeenheid voldoetHet plan is uitgelekt
Iedereen is al van het plan op de hoogteIemand naar het tweede plan verschuiven
Iemand een minder verantwoordelijke functie gevenEen plan de campagne maken
Iets goed voorbereidenEigenlijk: veldtochtplan. Een opgemaakt plan om een bepaald doel te bereiken
Van het eerste plan zijn
Uitstekend zijn, aan alle voorwaarden of eisen voldoen. De rol van ‘plan’ is in deze overigens niet geheel duidelijk. Vermoedelijk verstaat men eronder: het plan dat het best voldoetPlankenkoorts hebben
In een zenuwachtige stemming verkeren wanneer men voor het eerst op het toneel moet optreden. Ook gezegd van sprekers die voor het eerst in het openbaar optredenZijn plan is in het water gevallen
Zijn plan is mislukt(Boze) plannen smeden
Het beeld is uiteraard ontleend aan het beroep van de smid. Het maken van plannen wordt hier overdrachtelijk vereenzelvigd met het werk van de smidEen planteleven leiden
Een sober leven leiden; evenals de planten weinig behoeften hebbenIemands plannen fnuiken
‘Fnuiken’ is in eigenlijke zin: een vogel kortwieken om deze het wegvliegen te beletten. Figuurlijk betekent het: iemand de kracht benemen, hem buiten de mogelijkheid stellen zijn plannen te volvoeren. Vgl.: deze toestand werkt fnuikend, d.i.: verlammendOp de planken zitten
In grote armoe verkerenBoompje groot - plantertje dood
Iets ondernemen waarvan men zelf niet meer geniet. Vgl. Livius (10, 24, 5): ‘Quam arborem consevisset, sub ea legere alium fructum' d.i.: de één plant de boom, de ander eet er de vruchten vanIemand(s plannen) dwarsbomen
‘Dwarsbomen’, tegen de keer in werken. In die zin zou de uitdrukking haar ontstaan te danken kunnen hebben aan het voortbomen van vaartuigen, doch dan zo, dat de man, met het voortbomen belast, in een andere richting dan de door de schipper gewenste boomt. Meer aannemelijk is echter dat ze eenvoudig betekent: iemand door het plaatsen van een boom de weg versperren (denk aan het sluiten van de tolboom, de boom van een spoorwegovergang). Figuurlijk wil de uitdrukking zeggen: iemand tegenwerken, door het in de weg leggen van allerlei hinderpalen de uitvoering van bepaalde plannen onmogelijk makenOp de planken staan
Deze planken zijn die van de toneelvloer. Men bedoelt met de uitdrukking dan ook: toneelspelenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren