Een gewapend hoofd hebben

Een hoofd vol kennis hebben

Ergens op gewapend zijn

Er op voorbereid zijn

Op alles gewapend zijn

Op alles voorbereid zijn, zich volledig toegerust hebben met geestelijke of materiële wapenen, om eventuele aanvallen af te slaan

tot de tanden gewapend zijn

toen de soldaten met de aanval begonnen, waren ze tot de tanden gewapend: ze hadden alle soorten wapens bij zich.

In het gewapend beton zitten

Ironisch voor: een hoog staand boord dragen. Verwante uitdrukkingen zijn: in het gipsen verband zitten, en: muurvlakte te huur hebben

Tot de tanden gewapend zijn

Zwaar gewapend zijn, voorzien zijn van alle draagbaar wapentuig. Vermoedelijk ontleend aan de gewoonte bij sommigen, om, naast de gewone schietwapens (revolver, geweer, karabijn e.d.), nog een mes tus...
Lees meer

Hij was tot de tanden gewapend

Hij had veel wapens bij zich

Een gewapende vrede

De woorden zijn vermoedelijk de vertaling van ‘Gewaffneter Friede’, een zingedicht van Friedrich von Logau (1604-1655) bij het einde van de 30-jarige oorlog, dat deze regels bevatte : Krieg hat den Ha...
Lees meer

Een gewapende vrede

Wir wissen was der Krieg verübte wer weiss was Friede kann?

Een gewapende vrede

Men bedoelt: een toestand van vrede, doch waarbij men paraat is om direct weer aan te vallen. Vgl. George Clemenceau (1841-1929): ‘Vrede is voortzetting van de oorlog met andere middelen’

Een stad gewapenderhand innemen

Koppeling van ‘gewapend’ en ‘hand’; derhalve: met de wapens in de hand, gewapend, met oorlogsgeweld. Vgl. ook: stormenderhand, nader (ende) hand