‘Grasduinen’, aanvankelijk: in grasduinen gaan, dwz. weiden op of in grasduinen, waar het gras veelal welig tiert. Lambert ten Kate verklaarde dit woord als ontleend aan het vee, ‘dat in versche grashoopen zig vermaeckt, of van kinderen, die spelende zig daarin omwentelen’. In deze uitdrukking heeft het de betekenis: zijn hart ergens aan ophalen, ergens van genieten; ook wel: ergens iets uitzoeken wat men nodig heeft. ‘Ga maar eens in mijn boekenkast grasduinen’, ‘in de geschiedenis grasduinen’, enz