Een lijvig boekdeel, dossier, rapport enz

‘Lijvig’ heeft hier de betekenis van: omvangrijk. Men denke hierbij aan een lijvig persoon, dwz. iemand met een zware lichaamsbouw

In piesjes snijden (kappen enz.)

‘Piesjes’, van Fra.: pièce, Eng.: piece, stuk(je). De uitdrukking wil dus zeggen: in stukjes snijden enz. Er bestaan nog enkele verbasteringen van, zoals: pietsje, piezeltje, priegelt je, alle in de b...
Lees meer

Stampvoeten van drift, kwaadheid enz

Van drift, woede, op de grond stampen. Een gewoonte van iemand die in hoge mate zijn zelfbeheersing verloren heeft

Ergens geen spaan van geloven, terechtbrengen, terechtkomen enz

‘Spaan’ staat hier weer voor: geringe hoeveelheid, waardeloze nietigheid. Derhalve: ergens niet of heel weinig van geloven, enz

Zijn (mijn enz.) dagen zijn geteld

Zinspeling op het feit dat iemand spoedig (hetzij door ziekte, hetzij langs gewelddadige weg) zal doodgaan; het tijdstip dus, waarop men zijn leven zal verliezen, staat vast

Daar alleen kan liefde wonen, enz

Laatste couplet van Van Alphens gedicht: Het goede voorbeeld, in zijn geheel luidende

Iets in het licht geven, stellen enz

Wordt gezegd van een boek, geschrift, artikel, dat uitgegeven wordt of in een tijdschrift verschijnt. Het beeld spreekt overigens voor zich zelf

De fortuin is mij (ons, enz.) gunstig

De fortuin lacht mij (ons, enz.) toe

De fortuin is mij (ons, enz.) gunstig

Zijn fortuin elders zoeken

De fortuin is mij (ons, enz.) gunstig

Zijn fortuin met voeten treden

De fortuin is mij (ons, enz.) gunstig

Fortuinlijk zijn

De fortuin is mij (ons, enz.) gunstig

‘Fortuna’ was de godin van het geluk en het ongeluk en werd te Rome vereerd onder allerlei bijnamen. Zij is de lotbeschikster der wereld, doch onbestendig en grillig. Deze aard trachtte men voor te st...
Lees meer

De fortuin is mij (ons, enz.) gunstig

Vgl. Staring, De schat

Zich een aap, beroerte, bult, dood, wild enz. schrikken

‘Schrikken’ betekende oorspronkelijk: springen. Vgl. Du.:Heuschrecke, sprinkhaan. De betekenis komt eveneens voor in ‘schrikkeljaar’. Vgl. de Reinaert (77)

Dag (week, maand, jaar, eeuw) in, dag (enz.) uit

Altijd, doorlopend, voortdurend, ononderbroken

Het geld groeit me (of: ons, enz.) niet op de rug

Ik (of: wij) hebben niet onbeperkt geld

Loop naar de bliksem, drommel, duivel, Fransen, hel, koekoek, maan, pomp, weerga, weerlicht, wip enz

Sarcastische opmerkingen tegen iemand die ons verveelt, die we graag kwijt willen of die ons wat wil wijsmaken. Over het algemeen behoeven deze uitdrukkingen geen nadere uitleggingen; ze laten aan dui...
Lees meer