Op zijn elf-en-dertigst. Volgens sommigen is deze uitdrukking ontleend aan de weverij, en betekent ze letterlijk: geweven met een kam, waardoor 11 en 30 of 41 gangen, elk van 100 draden, gaan, dus zeer fijn geweven. Vgl. Loquela: ‘Een webbe die geweven wordt aan één keten die geschoren is op elvendertig draden - door eene elvendertig - is zeer nauwe’. Aanvankelijk betekende de uitdrukking: netjes, keurig. Vgl. Brederode: Tc selje dat wel opsen elvendartichst klaeren’