Oudtijds was een ‘rakker’ de knecht van de beul of van de schout (de schout en zijn rakkers). Het woord is ontstaan uit: ‘rakken’, schoonmaken, en in Groningen nog steeds in zwang. De ‘rakkers’ moeste... Lees meer
‘Echten', wettig verklaren, als echt erkennen. Wordt gezegd van een kind dat buitenechtelijk is verwekt, doch dat door het huwelijk van de verwekker met de moeder als ‘echt' wordt erkend