Hoge bergen zijn dor en mager

Hoogmoedige mensen hebben meestal weinig verstand
Hoogmoedige mensen hebben doorgaans weinig verstand

Kaf dorsen

Nutteloze arbeid verrichten
Nutteloos werk doen. Hetzelfde als: hooi of stro dorsen

Rome en Dordt

‘Dordt’ staat hier voor: Dordrecht. Tijdens de Dordtse synode van 1618 werd de gereformeerde geloofsleer vastgesteld, vandaar dat Dordrecht altijd zo’n beetje met het gereformeerde (protestantse) geloofsleven is vereenzelvigd, zoals Rome met het katholieke. Vandaar dan ook, dat met de aanduiding van deze beide plaatsnamen wordt bedoeld: Rooms-Katholieken en Protestanten

Stro dorsen

Nutteloze, vergeefse arbeid doen. Vgl. Goethe

Hooi dorsen

Hetzelfde als: stro dorsen. Nutteloos werk doen

Een verliefd hart is dorstig

Als een jongen bij zijn meisje op visite is, laat hij zich graag nog een glas inschenken om op die manier langer te kunnen blijven
Gekscherend gezegde voor iemand, die veel drinkt vanwege de dorst

Koren dorsen in andermans schuur

Overspel plegen

Rénard qui dort la matinée

N’a pas la langue emplumée

Versmachten (vergaan) van dorst

'Versmachten’, van; 'smachte’, honger, behoefte. Hevig te lijden hebben van dorst

De boertjes maar laten dorsen

Zich afzijdig houden, zorgeloos zijn, zich van de zaken niets aantrekken, er tussenuit knijpen en anderen het werk laten opknappen. Ook: zich zelf wel kunnen redden

De schepen gaan Dordt voorbij

Betekent: men kan voordeel van iets hebben, maar heeft het niet. Doelt op de gelden die bij lading en lossing in Dordrecht moesten worden betaald. De oprichting van een tol door graaf Dirk III bij zijn omstreeks 1015 gestichte burcht Dordrecht, gaf de graven van Holland wel veel voordeel, maar berokkende hun ook veel onenigheden

Dorp noch stad aanzien

Zich nergens aan storen

een appeltje voor de dorst

de oude mensen hadden een appeltje voor de dorst bewaard: ze hadden geld opzij gelegd om dat in tijden van nood te kunnen gebruiken.

Hij is hooi aan het dorsen

Hij voert niets uit

Hij dorst koren in andermans schuur

Hij heeft een verhouding met de vrouw van een ander

Gij zult een dorsende os niet muilbanden

Waar men werkt, mag ook gegeten en gedronken worden

Men moet de dorsende os niet muilbanden

Ontleend aan Deut. 25 : 4: ‘Een os zult gij niet muilbanden als hij dorst’, en aan 1 Cor. 9 : 9-10: ‘Want in de wet van Mozes is geschreven: Gij zult een dorsende os niet muilbanden. Zorgt ook God voor de ossen ? Of zegt Hij dat ganselijk om onzentwil ? Want om onzentwil is dat geschreven, overmits die ploegt op hoop moet ploegen, en die op hoop dorst, moet zijn hoop deelachtig worden’. Heeft betrekking op de gewoonte der oosterlingen om het koren te dorsen door de hoeven van de daarop tredende runderen; als men de beesten onder dit werk muilbandt, belet men hen om iets van dat koren te eten. Gebezigd door Paulus omtrent de zorg voor het onderhoud van leraars. De bedoeling van de bijbel is dus, dat de os, die zich zozeer inspande en verdienstelijk maakte bij het werk, enige vrijheid gelaten moest worden. In het algemeen: een arbeider is zijn loon waard, uit waardering voor de door hem verleende diensten mogen wel enige rechten en vrijheden worden verleend

de dorsende os zult gij niet muilbanden

iemand die voor je werkt moet je goed behandelen.

Geen bij koos ooit een dorre roos

leder streeft naar voordeel waar het te vinden is
Men zoekt alleen degenen, bij wie enig voordeel te behalen is

Hij laat de boeren dorsen

Hij trekt zich nergens iets van aan