‘Luistervink’, iemand die iets afluistert of beluistert. Een reeds in de middeleeuwen voorkomende benaming met de betekenis van: gesprekken afluisteren en daarvan misbruik maken. Dat met de naam ‘luis... Lees meer
‘Dochters’, woordspeling op: ik ‘docht’, hetgeen weer dial. is voor: ik ‘dacht’. Wordt gezegd wanneer iemand zich ontvallen laat: ik docht dat het zus of zo was
Dit is een boerenspreekwoord, waarvan het nie thertrouwen wel de hoofdzaak zal zijn en de rest er maar als franje bijhangt of als een aanloopje is bedoeld. ‘Herzaaien’ wil hier zeggen: opnieuw zaaien ... Lees meer