De oorspronkelijke betekenis van ‘neren’ is: gezondmaken, redden, genezen. Daar dit door voeding geschiedt, kreeg het later de betekenis van: voeden (vgl. Du.: Nahrung, voedsel). ‘Nering' was dus: voeding. Thans betekent het bij ons: kleinhandel, d.i. het middel waardoor de koopman zich voedt, bij uitbreiding: hetgeen men door arbeid, handel en wat dies meer zij, verdient. ‘Tering' is uiteraard een afkorting voor: vertering, d.i. hetgeen men verteert. De uitdrukking wil dus zeggen: geld verteren naarmate men verdient. Ook het woord ‘generen' in: zich ergens mee generen, d.i. de kost met iets verdienen, komt uit die hoek. Men moet het echter niet verwarren met: zich ergens voor generen, want dit stamt van Fra.: gêne, schaamte