'Braak’ is hier een samentrekking van: inbraak. Dus hier: diefstal gepleegd door middel van inbraak, ter onderscheiding van het zich toeëigenen van iets, dat voor het wegnemen ligt
Deze uitdrukking is ontstaan uit: ‘In de braak (brake) liggen’, dwz.: in ongeploegde of gebroken toestand verkeren. Ook: gedurende een tijd niet bezaaid worden om - ter voorkoming van zgn. uitputting ... Lees meer