Deze uitdrukking betekent: hij krijgt wat hij verdient, alles wordt vroeg of laat gestraft. We hebben hier te doen met de herinnering aan een oud sprookje uit de 17de eeuw, dat aldus luidde: ‘Erwtje, boontje, strootje en kooltje vuur zouden samen een tochtje maken. Onderweg kwamen zij bij een water, waar ze niet alleen over konden. Maar strootje wist raad. Het ging dwars over de stroom liggen en zo konden erwtje en boontje veilig aan de overkant komen. Maar toen kooltje vuur dit ook wilde proberen, begon het strootje te branden en het kooltje vuur tuimelde in het water. Dat vond boontje zó grappig, dat het (in letterlijke zin) barstte van het lachen. Zo kreeg het zijn verdiende loon. Volgens een andere lezing is ‘boontje' een verbastering van ‘boôtje’ of ‘bodetje’ (de bode), de brenger van een goede tijding komt om zijn loon