Spreekwoorden en gezegden met 'boeg'

Over één boeg zeilen

Zijn eigen gang gaan; doen gelijk men gewend is; zich zelf gelijk blijven

iets voor de boeg hebben

nog een lange reis voor de boeg hebben: nog een lange reis moeten maken.

Iets voor de boeg hebben

Letterlijk: nog een hele zeereis moeten afleggen. Overdrachtelijk gebezigd voor: een lange weg moeten afleggen, veel werk moeten verzetten, nog iets door te maken hebben, enz

Het over een andere boeg gooien

Een andere wending aan het gesprek geven door over een ander onderwerp beginnen te spreken of door van toon te veranderen

Het over een andere boeg gooien

Het op een andere manier proberen

Het over een andere boeg gooien

‘Boeg’ is ontstaan uit Mnl.: ‘boech’, oorspronkelijke benaming voor het schoudergewricht van een paard, later - naar de overeenkomst voor de voorsteven van een schip. De eigenlijke betekenis van deze ...
Lees meer

Het over een andere boeg gooien

De figuurlijke betekenis is: het gesprek een andere wending geven, een andere toon aan- of weg inslaan, iets op een andere wijze beproeven, aanpakken

Het over dezelfde boeg gaande houden

Ondanks tegenstribbelingen van anderen, over hetzelfde onderwerp blijven doorgaan

Dat is mij tegen de boeg

Dat boezemt mij afkeer in

Het is mij tegen de boeg

Het is tegen mijn zin

Het over een andere boeg wenden

Van richting veranderen; een andere partij kiezen; een andere wending aan het gesprek geven; een andere toon aanslaan; iets op een andere wijze aanpakken; andere middelen proberen