‘Boeg’ is ontstaan uit Mnl.: ‘boech’, oorspronkelijke benaming voor het schoudergewricht van een paard, later - naar de overeenkomst voor de voorsteven van een schip. De eigenlijke betekenis van deze uitdrukking is: het schip over (op) een andere zijde leggen, en dus van streek, van koers veranderen. De boeg wordt in dit verband denkbeeldig verdeeld in een rechteren linker (voor) helft