Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 02-05-2022

raíz

betekenis & definitie

f. wortel; raíces, pl. onroerende goederen, eigendommen; grond, oorsprong, uitgangspunt; grondwoord, stamwoord; raíz cuadrada, vierkantswortel; a raíz de, vlak bij; onmiddellijk na; cortar de raíz, o la raíz, met wortel en tak uitroeien; de raíz, geheel en al, van het begin tot het einde.

< >