Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Parte

betekenis & definitie

f. deel, gedeelte, part; aandeel, plaats; en otra parte, elders; en ninguna parte, o en parte, alguna, nergens; en todas partes, overal; partij (in een zaak); rol (van een acteur); m. bericht, mededeling; telegram, telephonisch bericht; de parte de su padre, van vaders zijde; partes, f. pl. eigenschappen; partes, pl. geslachtsorganen; dar parte, bekend maken; aandeel geven in een zaak; de mi parte, o por mi parte, wat mij betreft, voor mijn part; de parte de, uit naam van, namens; echar a, o tomar en, mala parte, verkeerd uitleggen; hacer de su parte, al het mogelijke doen; parte por parte, van a tot z; ponerse de parte de uno, zich aan iemands zijde scharen; saber de buena parte una cosa, iets uit goede bron weten; ser parte a, o para, que, bijdragen tot, aanleiding geven tot; ser parte en una cosa, o tener parte en una cosa, aandeel hebben in een zaak; adv. gedeeltelijk.