Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Dormir (ue, u)

betekenis & definitie

slapen; overnachten, de nacht doorbrengen; stilstaan, stilzitten, inslapen (zaak); dormir sobre una cosa, een nachtje over iets slapen; in slaap maken, wiegen, sussen; dormirse, inslapen; stilstaan, stilzitten, inslapen (zaak); slapen, stijf worden (ledematen).

< >