Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Cosa

betekenis & definitie

f. zaak, ding; no ser, o valer, cosa, niets waard zijn; cosa de, ongeveer, omstreeks; cosa de oír, iets dat waard is om gehoord te worden; cosa de ver, iets dat waard is om gezien te worden; cosa no, o nunca, vista, fam. iets dat nog nooit is vertoond, iets ongehoords; poquita cosa, fam. zwak mens; como si tal cosa, fam. alsof er niets gebeurd was; ni cosa que lo valga, noch iets dat er op lijkt; no haber tal cosa, niet zo zijn, niet waar zijn; ¿qué cosa? fam. wat zegt hij (zij)? wat is er (aan de hand)? ¿qué es cosa y cosa? ra, ra! wat is dat?

< >