Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 19-05-2022

Calor

betekenis & definitie

m. warmte, hitte; levendigheid, warmte; hartelijke ontvangst; calor canicular, verstikkende hitte; al calor de la convicción de que..., op grond van de overtuiging, dat...; ahogarse de calor, fam. stikken van de warmte; dejarse caer el calor, fam. erg warm zijn; entrar en calor, het warm krijgen, warm worden; hace calor, het is warm.

< >