Populus nigra: Een inheemse soort die o.a. in de duinstreken op vochtige plaatsen nog (zeldzaam) voorkomt en meer dan 35 meter hoog kan worden. De soort, die een breed piramidale kroon heeft, is wat aanplant betreft vrijwel geheel verdrongen door Canadese populieren.
De jonge ronde twijgen zijn grijsgroen, de oude grijs. De stam heeft diepe groeven en is donker van kleur. Er komen veel zogeheten kortloten voor. De lange knoppen zijn roodbruin van kleur en kleverig. De ruit- tot eivormige bladeren hebben een lengte van 5 tot 10 cm. Ze zijn lang toegespitst.
De bladvoet is wig- tot hartvormig. De bladrand is fijn gezaagd of getand. De bladstelen zijn lang en plat. De manlijke katjes (maart-april) vallen op door de vele meeldraden en de purperrode helmknoppen. Ze zijn 4 tot 10 cm lang. De vrouwelijke katjes zijn langer, maar groen van kleur.De zuilvorm (Populus nigra 'Italica') wordt veel toegepast ondanks de problemen die zich
voordoen (roest, bladvlekkenziekte). Daar komt nog bij dat o.a. als gevolg van die ziekten veel dood hout wordt gevormd. De levensduur van deze populier is dan ook beperkt. Toch komen er nog veel exemplaren van deze 20 tot 25 meter hoge boom voor in parken, lanen en straten. Vooral ook veel gebruikt als windkering rond fruitboomgaarden. 'Vereecken' heeft ook een smalle kroon en bovendien een rechte stam. Deze vorm wordt o.a. in de Zeeuwse fruitteeltgebieden gebruikt als zeer effectieve windsingel rond de boomgaarden.
Perzikamandel
Prunus x amygdalopersica: Prunus x amygdalopersica is een kruising tussen P. amygdalus (tegenwoordig P. dulcis), de echte amandel, en P. persica. Hij wordt veel meer toegepast dan P. amygdalus, die eigenlijk te vorstgevoelig is voor onze streken en een enkele keer als leiplant tegen een zuidmuur wordt gebruikt. De perzikamandel is een struik of kleine boom, in het laatste geval hoog geënt op Prunus avium. Hij heeft wijd uitstaande takken en wordt tot 7 meter hoog. De soms gedoomde twijgen zijn aan de bovenzijde vaak roodachtig en aan de onderkant groen. Het blad is 7 tot 12 cm lang, lancetvormig en met gezaagde bladranden.
De bloemen verschijnen eind maart-begin april en zijn roze. Ze zijn 3 tot 5 cm groot. In het najaar verschijnen eetbare, sterk behaarde, amandelachtige vruchten.
Mooie kleine boom voor de particuliere tuin. Een bezwaar is de korte levensduur.