Aesculus hippocastanum: Deze uit een klein gebied op de Balkan afkomstige soort heeft grote delen van de wereld 'veroverd'. De boom wordt 20 tot 30 meter hoog en heeft een brede kroon.
Bij oude exemplaren hangen laaggeplaatste takken iets naar beneden. De dikke twijgen zijn aan de uiteinden enigszins behaard. De knoppen zijn groot, donkerbruin en kleverig. De hoefijzervormige littekens van afgevallen bladeren zijn goed te zien. De bladeren zijn zeventallig (van A. x carnea vrijwel altijd vijftallig). De blaadjes zijn omgekeerd eirond.
De bladeren zijn tussen 10 en 20 cm groot. De bloemen verschijnen in mei in grote, opstaande trossen. Ze zijn wit van kleur, maar hebben rode vlekken in het centrum. Het stuifmeel is roodachtig. Er worden veel vruchten gevormd; de bolsters zijn heel sterk en stug gestekeld.Vanwege zijn omvang alleen geschikt voor parken, buitenplaatsen en landgoederen. De cultivar 'Baumannii' heeft gevulde witte bloemen die iets rood zijn gevlekt. Omdat er (dus) weinig of geen vruchten ontstaan, is deze vorm geschikt voor straten, lanen en pleinen. Een ander voordeel is dat de bladeren ook bij droogte langer groen blijven. De groeihoogte bedraagt 15 tot 20 meter. Een enkele keer wordt de paardekastanje - net als linden en platanen - als leiboom toegepast.
