Metasequoia glyptostroboides: Een bladverliezende conifeer die pas in 1944 in China werd herontdekt. Daarvoor was hij uitsluitend bekend als fossiel.
De boom kan 20 tot 30 meter hoog worden en heeft een opvallend mooie rechte stam. Deze is diep gegroefd (vooral aan de basis) en rafelig. Soms zien we grote 'gaten' in die stam. De kleur is grauwbruin. De knoppen van de watercipres zijn zeer goed zichtbaar, in tegenstelling tot die van Taxodium, die veel op deze boom lijkt. Ze staan haaks op de twijgen en zijn steeds tegenover elkaar geplaatst.
Ze zijn gesteeld en ellips- tot eivormig. De bladeren, naalden dus eigenlijk, zijn lichtgroen van kleur en 1-3 cm lang. Wanneer ze afvallen, zijn ze geelbruin van kleur. Opmerkelijk is dat niet de afzonderlijke naalden afvallen, maar de hele twijgjes. De kleine, alleenstaande kegels zijn langgesteeld.De groei van de watercipres is bijzonder snel. Hij is gezien zijn grootte ongeschikt voor kleine tuinen. Omdat hij bijzonder winterhard is en heel goed bestand tegen harde wind, wordt hij als parkboom en ook wel als straatboom (in groenstroken) gebruikt. Hij verdraagt luchtvervuiling ook goed.
