Juglans regia: De walnoot is een grote, karakteristieke, bladverliezende boom met een sterke, ronde kroon. De boom groeit traag en heeft een mooie schors met diepe, overlangse spleten.
Eind april bloeit de walnoot met opvallende manlijke katjes en onooglijke vrouwelijke bloemen. De manlijke bloemen verschijnen op het tweejarige hout. Ze verspreiden tijdens de bloei enorme wolken stuifmeel. De vrouwelijke bloemen ontstaan op het uiteinde van het eenjarige hout. De vrouwelijke bloemen moeten door windbestuiving worden bevrucht. Zelfbestuiving is mogelijk, zodat er niet per se meerdere bomen nodig zijn.
In mei lopen de geveerde bladeren uit. De vrucht is omgeven door een groen omhulsel dat in september-oktober openspringt en de noot vrijlaat. De noten zitten met 3 tot 4 stuks bij elkaar.Om een rijke vruchtdracht te verkrijgen kan het beste worden gekozen voor een ras dat is geënt op een zwarte walnoot of J. hindsii. Planten uit zaad krijgen vaak pas na 10 jaar vruchten die kwalitatief meestal minder zijn. Daarnaast kan het voorkomen dat de manlijke en de vrouwelijke bloemen niet tegelijk bloeien, zodat zelfbestuiving niet kan plaatsvinden. Kies ook voor een ras dat laat uitloopt om bevriezing van de bloemen tegen te gaan. Goede rassen zijn 'Broadview' (zelfbestuivend) en 'Buccaneer'. Wanneer de walnoten rijp, zijn vallen ze vanzelf af.
De noten kunnen het beste worden gedroogd op roosters in een luchtige ruimte. Bij een goed droogproces zijn de noten 12-15 maanden houdbaar. Walnotenbomen hebben nog een bijzondere eigenschap, de geur verdrijft muggen en vliegen.