INTERESSANT DOOR BIJZONDERE EIGENSCHAPPEN
Bij de veredeling van planten zijn uiterlijke kenmerken een belangrijk uitgangspunt om op door te kweken. Veel tuinplanten danken hun populariteit aan aspecten als de kleur van het blad, een gedraaide takkengroei of een typische bladvorm. In het veredelingsproces wordt vaak gebruik gemaakt van een 'gewone' onderstam waarop de veredelde soort wordt geënt. Vanuit het entpunt ontwikkelt zich een struik of kroon met bijzondere takken of bladeren. Soms zie je echter toch dat er takken ontstaan met gewone bladeren of takken die niet grillig van vorm zijn. Deze hebben als bijkomend nadeel dat ze veel sneller groeien dan die van de gewenste soort.
VREEMDE TAKKEN ALTIJD WEGKNIPPEN
'Vreemde' takken waaraan zich afwijkende bladeren vormen, worden tot op de voet van de stam of de vertakking teruggesnoeid. Hoe dieper er wordt gesnoeid, hoe kleiner de kans dat de twijgen direct weer terugkomen. Vaak zie je wel na verloop van tijd nieuwe ongewenste twijgen ontstaan, maar ook die kunnen het beste zo snel mogelijk worden teruggeknipt. Dat betekent dat in bontbladige bomen en struiken en in exemplaren met gekleurd blad alle takken met egaal groen blad zo kort mogelijk worden teruggeknipt. Twijgen die vanuit de grond ontstaan, worden ook zo diep mogelijk teruggesnoeid.
ALLEEN GRILLIG GEDRAG ACCEPTEREN
In struiken met grillige takken worden alle gewone rechte takken consequent teruggeknipt tot op de voet van de stam en zo dicht mogelijk bij de stam. Twijgen die vanuit de grond ontstaan, worden ook zo diep mogelijk teruggesnoeid. Als de wilde scheuten niet worden weggeknipt, zal er uiteindelijk een struik ontstaan met takken en blad van de oorspronkelijke vorm van de soort.
