Prunus subhirtella: Een uit Japan afkomstige, opgaande boom die daar tot 20 meter hoog kan worden, maar in onze streken zelden veel hoger wordt dan 5 meter. De takken zijn afstaand en enigszins overhangend.
De kroon is tamelijk open. De bladeren zijn eirond, 3 tot 8 cm lang en toegespitst. De bovenzijde is heldergroen, de onderzijde is op de nerven behaard. De bladrand is scherp dubbel gezaagd. In het najaar kleuren de bladeren geel. De bloemen, die in april verschijnen, zijn witroze van kleur en staan met enkele bij elkaar.
Ze zijn 1,5 à 2,5 cm groot. De smal eivormige bloemblaadjes zijn aan de top iets ingesneden.Mooie bomen of struiken voor niet al te kleine tuinen. Er is een aantal zeer aparte cultivars te krijgen. 'Autumnalis' is daarvan zonder meer de meest attractieve. Zoals de naam al aangeeft (autumnalis betekent herfstbloeiend) verschijnen de eerste bloemen al in oktober.
Ze zijn half gevuld en wit of lichtroze van kleur. Dat gaat door tot begin december. De eerste bloei wordt soms een beetje versluierd door de gele bladeren die dan nog aan de takken zitten. Een en ander is afhankelijk van de weersomstandigheden in de laatste drie maanden van het jaar. De bloei herhaalt zich veelal in (maart)-april. 'Autumnalis Rosea' heeft steviger takken, maar vooral iets meer roze getinte, half gevulde bloemen. Midden april volgt een tweede bloei, net na die van de gewone 'Autumnalis'. 'Dahlem' heeft een min of meer ronde kroon.
Hij bloeit in april zeer rijk met roze, half gevulde bloemen. 'Fukubana' vormt, als hij op hoogstam wordt geënt, een brede dichte kroon. De bloemen zijn paarsrood in knop en bloeien donkerroze open (april). 'Pendula' wordt op hoogstam geënt. Aan de in bogen neerhangende takken verschijnen in maart, begin april heel veel bleekroze bloempjes.