Prunus domestica: Onder de verzamelnaam pruim vallen verschillende typen bomen en leivormen. Het zijn kleine bomen of leistruiken met blauwe, gele, roodachtig violette, of groene vruchten.
De bomen hebben een ronde groeivorm. De elliptisch gevormde bladeren zijn 4-10 cm lang. De bloemen zijn wit en hebben een groene glans. De bloemen zijn erg gevoelig voor late vorst en veel regen. Zo'n vier tot zes jaar na aanplant kan er worden geoogst. Afhankelijk van het ras zijn pruimen zelfbestuivend of is kruisbestuiving nodig. De vruchten ontstaan op een jaar oude scheuten en langs twijgen van twee jaar en ouder.Pruimen worden vooral als laagstam (voor een spilvorm) en als leiboom te koop aangeboden. Er zijn verschillende leimogelijkheden. Het meest toegepast wordt de waaiervorm. Pruimen hebben zeer breekbaar hout, zodat bij een zware vruchtdracht de takken gemakkelijk breken. Goed ondersteunen dus. Goede rassen zijn 'Bühler Frühzwetsche' (zelfbestuivend), 'Mirabelle de Nancy' (zelfbestuivend), 'Wangenheimer Frühzwetsche' (zelfbestuivend), 'Reine-Claude Verte' (kruisbestuiving).
