Pernettya mucronata: Een opgaand struikje uit Zuid-Amerika dat niet veel hoger wordt dan 75 cm. Incidenteel ontwikkelen zich twijgen die boven de plant uitschieten.
De dunne twijgen zijn enigszins roodachtig en meestal vrijwel onbehaard. De bladeren staan verspreid aan de takken. Ze zijn 5 tot 15 cm groot en eirond van vorm. Ze zijn stekelig gepunt en aan de rand bevinden zich 4 of 5 tanden. De bladkleur is glanzend donkergroen. In mei-juni verschijnen kleine, witte, urnvormige bloemetjes.
Ze staan alleen of met enkele bij elkaar in de oksels van de bladeren. De bloemen zijn bijzonder omdat er wel zowel meeldraden als stampers aanwezig zijn, maar dat een van beide steriel is. Dat verschijnsel komt op afzonderlijke planten voor. In de praktijk komt het er dan ook op neer dat men parelbessen tweehuizig noemt. De vruchten die volop ontstaan aan 'vrouwelijke' planten zijn ruim 1 cm groot, rond en aan de bovenkant iets afgeplat. Ze hebben mooie kleuren, zoals roze, rood, lila, violet, paars of wit.
Ze verschijnen in de periode september-oktober. Een enkele keer ontstaan er ook enkele vruchten aan 'manlijke' planten.Hoewel Pernettya duidelijk een heester is, wordt de plant vaak als eenjarige behandeld. Hij wordt in het najaar vol met bessen gekocht en doet dan tijdelijk dienst als blikvanger in de tuin of in potten en bakken op het terras.
