Quercus palustris: Opvallend aan deze meestal niet veel hoger dan 20 meter wordende eik zijn de vrijwel horizontaal afstaande takken. Dat zien we vooral bij jonge exemplaren, waarvan de kroon dan slank kegelvormig is.
Later wordt de kroon meer koepelvormig, met licht afhangende takken. De stam is steeds recht en doorgaand. De twijgen zijn olijfkleurig. Opmerkelijk zijn de korte zijtakjes die vaak afgestorven zijn. De knoppen zijn eirond. De bladeren zijn grof getand en hebben 2 tot 4 diep ingesneden lobben.
Ze zijn 7-10 cm lang en bij het uitlopen geel tot bronskleurig. In de zomer kleuren ze donkergroen en in het najaar schitterend donkerrood. De manlijke katjes zijn geelgroen van kleur en 5-8 cm lang (mei). De vrouwelijke bloemen bevinden zich met meerdere bij elkaar. De kort gesteelde eikels zijn vrijwel rond en 1 à 1,5 cm in doorsnede.Mooie park- en laanboom, ook geschikt voor grotere tuinen. Zeewind wordt niet goed verdragen. Bestrating rond de wortelzone levert echter geen problemen op.