Berberis koreana: Een stijf opgaande, weinig vertakte struik die maximaal 1,5 meter hoog wordt. De twijgen zijn opvallend gegroefd en bezitten bladachtig verbrede bladdoorns.
De bladeren, die in de winterperiode aanblijven, zijn omgekeerd eirond en hebben een afgeronde top. Aan de bovenzijde zijn ze dofgroen van kleur en aan de onderkant licht grijsgroen. De bladranden zijn fijn gezaagd. De bladeren kleuren in de herfst diep rood. De gele bloemen verschijnen in de maanden mei en juni en bevinden zich in hangende trossen die tot 4 cm lang zijn. De glimmend rode vruchten zijn rond tot eivormig en 6 tot 8 mm in doorsnede.Van B. koreana is een cultivar bekend met de naam 'Rubin'. Deze heeft een opgaande groeiwijze en de toppen van de twijgen zijn iets gebogen. De bladeren zijn wat groter en donkergroen van kleur. In de herfst kleuren ze geel, oranje of wijnrood.