Prunus serrulata: Prunus serrulata is een verzamelnaam voor een drietal in Oost-Azië voorkomende vormen en een zeer groot aantal cultivars. De soort zelf is in cultuur eigenlijk niet bekend.
De eigenschappen hieronder hebben vooral betrekking op de meest voorkomende cultivar 'Kanzan', een boom van 10 tot 12 meter hoogte. Hij wordt hoog of laag geënt op Prunus avium. In het eerste geval ontstaat een boom op stam, in het tweede geval meer een hoge meerstammige struik. Er is een opvallend aantal kortloten aanwezig op de oude twijgen waaraan de bloemen zich ontwikkelen. De bladeren lopen doorgaans bruinrood uit en zijn 6 tot 12 cm lang. Ze zijn eirond van vorm en aan de onderzijde enigszins blauwgroen.
De bladrand is gezaagd. De bladsteel heeft twee klieren. Het blad kleurt in de herfst mooi geel tot roze. De bloemen verschijnen in april-mei. De bloei is steeds zeer rijk en omdat de bloemen vaak gevuld zijn, wordt wel over pronkbloeiers gesproken. De bloemen zijn roze of wit, enkel of (half)gevuld. Vruchten worden weinig gevormd.Japanse sierkersen zijn zeer mooie bomen voor de tuin. Er zijn heel wat fraaie cultivars verkrijgbaar. 'Amanogawa', die smal zuilvormig groeit, draagt lichtroze, halfgevulde bloemen rond 1 mei. 'Kiku-shidare' is een op lage stam geënte treurvorm met in bogen afhangende takken die veel gevulde roze bloemen dragen. 'Kanzan' is een vaasvormige groeier met zuiver roze gevulde bloemen in april-mei. De bloemen van 'Shirotae' zijn halfgevuld en sneeuwwit (april-mei). Deze kleine boom heeft een breed spreidende kroon.