Ilex verticillata: Een tot 2 a 3 meter hoog opgaande struik die zich van nature dicht vertakt. De twijgen zijn bijna zwart van kleur, of althans zeer donker gekleurd.
Ze zijn meestal glad of slechts spaarzaam behaard. Er staan doorgaans twee knoppen bij elkaar, een grote en een kleine. De bladeren zijn breed eirond tot langwerpig. Ze lopen zowel in de top als aan de basis smal toe. Ze zijn 4 tot 7 cm lang, vrij donker groen en enkel tot dubbel gezaagd. Met name aan de onderkant van de bladeren komt op de nerven beharing voor.
De herfstkleur is vaak mooi rood. De bloemen zijn klein en witachtig (mei-juni). Ze zijn eenslachtig, hetgeen betekent dat er bloemen zijn met alleen meeldraden (manlijk) of alleen stampers (vrouwelijk). Die bloemen komen voor op verschillende planten. Er zijn dus manlijke en vrouwelijke planten. Dat wordt tweehuizig genoemd.
De bloemen zijn zes- tot negentallig en staan in bundels van 5 tot 8 bijeen. Aan vrouwelijke struiken ontstaan, mits ze zijn bestoven, glimmend rode vruchten. Deze zijn rond en hebben een doorsnede van 5 tot 8 mm.Een aardige heester voor de tuin. De sierwaarde wordt alleen bepaald door de glimmend rode bessen. Voor vruchtzetting is steeds een manlijke plant in de buurt van de vrouwelijke noodzakelijk. De meeste exemplaren worden speciaal als 'beshulst' op kwekerijen geteeld.
De cultivar 'Oosterwijk' produceert extra veel bessen. Er bestaat ook een dwergvorm ('Nana').