Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Gepubliceerd op 24-10-2019

Goedheiligman

betekenis & definitie

Dit woord komt van ‘goed hylickman’ of ‘goed hylickmaker’, wat ‘goede huwelijksmakelaar’ betekent. Sint-Nicolaas werd aangeroepen om een goede levenspartner te vinden. Hier zijn verschillende liederen over:

Sint Nicolaas! Goed heilig man!

Hoort mijn bidden en mijn smeken, Voor die u in nood aanspreken, U roep ik heel droevig an;

Niet om zoete koek of vijgen Of om kinder poppengoed;

Laat mij maar een vreyer krijgen, Die mijn minnelust voldoet.

Uit: De Bloemendaler minnezangster, z.j.

Ik wil, ik wil geen albedil, En trony vol van rimpels Geen Bocheljoentje met een bril, Verslingerd op de pimpels, En ook geen booze kop.

Uit: Het nieuwe vermakelijke Thirsis Minnewit, Amsterdam 1752 Sinter-Niclaas, waarde vriendt, Geef mij toch wat mij dient, Mijn blommetje staat nu in zijn fleur, Achttien jaartjes ben ik deur, Het valt mij te lang, Het valt mij te bang, Wilt mij verhooren, Of ik moet smooren Al mijn leven lang.

Uit: Het nieuwe vermakelijke Thirsis Minnewit, Amsterdam 1752 Sint-Nicolaas beschermde de hele cyclus van het liefdesleven vanaf de eerste hofmakerij via vrijage en huwelijk tot het gezinsleven met kinderen.

Er zijn volksgebruiken bekend waarin Sint-Nicolaas met magische handelingen aangeroepen wordt om een huwelijk of het voortvloeisel ervan (kinderen krijgen) te bespoedigen:

•In de Noord-Franse provincie Seine-et-Marne moesten meisjes die een man wilden bij de Nicolaaskapel het volgende versje opzeggen, terwijl ze de grendel heen en weer schoven (het ritmische bewegen en het slot van de deur verbeeldden de coïtus).

Patron des filles, Saint Nicolas, mariez-nous, ne tardez pas.

•In Chenaye (bij Bayeux) moesten meisjes met één stap op de Sint-Nicolaassteen klimmen, bovenop hun vinger in een uitholling leggen en enkele munten offeren. Pas als dit kunststukje gelukt was, kon een meisje erop hopen een man te vinden. Waarschijnlijk heeft dit met voorchristelijke vruchtbaarheidsriten te maken waarbij de vinger in een uitholling de coïtus symboliseert en de grote stap duidelijk maakt dat de benen goed gespreid kunnen worden, wat aangeeft dat het bekken breed genoeg is voor een eventuele bevalling.
•In Normandië moesten meisjes die een man zochten kiezelsteentjes naar een Sint-Nicolaasbeeld gooien.
•In Bretagne in Ploubian moesten boerinnen die kinderen wilden, een Sint-Nicolaasbeeld dat aan een touw in de kapel hing over het lijf wrijven, onder het uitspreken van een formule.
•Bij de Nicolaaskapel in Kruth (in de Elzas) kwamen de jonge meisjes hier een echtgenoot vragen:

Saint Nicolas, qui aimez les filles, quand elles sont gentilles, ne m’oubliez pas quand vous distribuez les maris.

•In geheel Noord-Frankrijk, Zuid-Duitsland en Oostenrijk stuurden tot begin jaren twintig van de 20ste eeuw verliefden anoniem kaarten naar een aanbedene.
•In Hellerup (Denemarken) versierden meisjes het beeld van Sint-Nicolaas elke zaterdag met bloemen om een goed huwelijksleven te verwerven.

Hoe Sint-Nicolaas als ‘hylickmaker’ ook wel eens een handje geholpen werd, vertelt het volgende verhaal: een rijke boerenweduwe had haar oog laten vallen op de knecht. Een huwelijk met zo’n groot standsverschil was echter een schande. Toen de knecht op sinterklaasavond zijn klompen bij de haard had gezet en die de volgende morgen weer aan wilde doen, vond hij de boerin als sinterklaasgeschenk in zijn klompen. De knecht begreep de hint en kort daarop trouwden zij.

In de winter, als het werk op het land stillag, kwamen veel jongens die als seizoenarbeiders werkten, weer thuis. Het was de tijd van feesten waarin seksuele symboliek meespeelde en paarvorming veel voorkwam of aangemoedigd werd. Voorbeelden van dit soort feesten zijn: Andreas (30 november), Barbara (4 december), Nicolaas (6 december), Lucia (13 december), Thomas (21 december), Driekoningen (6 januari) en Valentijn (14 februari). Kwamen er ‘ongelukken’ van, dan kon men nog vóór de vastentijd trouwen. Omdat Sint-Nicolaas al bekend was vanwege de legende waarin hij drie meisjes de mogelijkheid bood te trouwen, werd hij het belangrijkste symbool hiervoor en kon het oude → winterfeest gemakkelijk bij de → kerstening overgenomen worden.

→ Vrijer De Groot, 1949; Jones, 1978; Méchin, 1982; Meisen, 1931; Naudts, 2006.