Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

van de Skylla in de Charybdis geraken

betekenis & definitie

Van de Skylla in de Charybdis geraken wil zeggen: door te trachten het ene kwaad te vermijden zich een kwaad van gelijke omvang op de hals halen. Deze uitdrukking is ontstaan uit een passage uit het Twaalfde Boek van Homerus’ Odyssee.

In de Griekse mythologie waren Skylla en Charybdis twee onoverwinnelijke monsters die een zeestraat beheersten die de held Odysseus moest passeren. Dit water is later gelokaliseerd als de Straat van Messina, tussen de zuidwestpunt van Italië en het eiland Sicilië. Skylla was een groot monster met twaalf poten en zes koppen dat huisde in een grot en alles verslond dat binnen haar bereik kwam (inclusief zes van Odysseus’ metgezellen). Charybdis werd beschreven als een dier dat driemaal per dag het water opslorpte en weer uitbraakte, zodat de schepen schipbreuk leden. In werkelijkheid werden in Charybdis een draaikolk en in Skylla een gevaarlijke klip gepersonifieerd als een poëtische expressie van de gevaren die de Griekse zeelui bedreigden in de nog niet in kaart gebrachte wateren van de Middellandse Zee. Hieronder de bewuste passage uit de Odyssee in de vertaling van P.

C. Boutens. waarin Skylla en Charybdis in al haar gruwelijkheid ten tonele gevoerd worden:. . zelf is (Skylla) een felboos monster en niemand Zou haar met blijdschap zien, geen god zelfs, die haar in de weg kwam, Twaalf zowaar in getal, alle onvolwassen, haar poten; Maar zes halzen zij heeft, overlang, en op iederen hals staat Afschuwwekkende kop, waarin drie rijen van tanden.

(...)

. . . Onder den boom ’t zwart water Charybdis de goddelijke opslurpt; Driemaal naamlijk per dag zij het opbraakt, driemaal ’t opslurpt;

Schrikkelijk! Moogt gij niet in de buurt zijn, als zij het wegslurpt. . .!’ (Homeros’ Odyssee, Haarlem 1937, boek XII, vers 87-91, 104-106).