Wie ergens leven in de brouwerij brengt, vrolijkt een saaie situatie door zijn aanwezigheid op. Waarschijnlijk werd met deze uitdrukking in origine gedoeld op het feit dat in vroeger tijd brouwerijen in de winter vaak werden stilgelegd, omdat mét de temperatuur tegen de winter ook het bierverbruik placht te dalen: was het koud, dan dronken de mensen eerder bisschopwijn en jenever dan bier.
De stille tijd werd in de brouwerijen benut om reparaties te verrichten, en pas met het naderen van het voorjaar kwam er weer ‘leven in de brouwerij’.
