Een deus ex machina, letterlijk god uit de (toneelmachine, noemen we iemand die op onverwachte wijze een moeilijke situatie oplost of daarin redding brengt. De uitdrukking is ontleend aan het toneel en met name aan een kunstgreep die door de tragediedichters der oudheid, en vooral door Euripides, werd toegepast om een toneelstuk tot een blij einde te brengen.
Dit geschiedde door tussenkomst van een godheid (deus) die middels een machina op het toneel werd neergelaten. Deze machine was een soort kraan, waarmee de speler van achter het toneel werd opgehesen en vervolgens boven het toneel werd gezwaaid. Het Europese drama der zeventiende eeuw heeft veelvuldig van de deus ex machina gebruik gemaakt; een bekend voorbeeld is in Vondels Gijsbrecht het verschijnen van de aartsengel Rafaël die op een wolk wordt neergelaten en de volgende woorden spreekt: ‘O Gijsbrecht, zet getroost Uw schouders onder ’t kruis U opgeleid van God.’ (Oosthoeks Lexicon voor toneel en dans, Utrecht 1966, blz. 69).