Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

dat is de moriaan gewassen

betekenis & definitie

De verouderde en schilderachtige uitdrukking dat is de moriaan gewassen wil zeggen: dat is vergeefse moeite; iemand met een donkere huidskleur is namelijk met geen mogelijkheid blank te schuren. Hoe huiselijk deze uitdrukking ook moge klinken, toch is ze ontleend aan de bijbel en wel aan het boek Jeremia (13 : 23) van het Oude Testament, waar de profeet waarschuwend zegt:

‘Zal ook een Moorman zijn huid veranderen? Of een luipaard zijn vlekken? Zo zult gijlieden ook kunnen goed doen, die geleerd zijt kwaad te doen.’ In verband met deze uitdrukking is het wellicht zinvol op te merken dat de uitdrukkingen in onze taal, die rechtstreeks aan de bijbel zijn ontleend of op bepaalde bijbelcitaten en bijbelse situaties zijn geënt, tot ons zijn gekomen via de Statenvertaling, die in 1637 verscheen, en was vervaardigd op last van de Hoogmogende Heren der Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden. Heden ten dage wordt veelal de vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap gebruikt. Ter inleiding van zijn boekje Bijbeltaal en Moedertaal (Den Haag 1962, blz. 9) zegt ds. A. C. de Gooyer met betrekking tot aan de bijbel ontleende uitdrukkingen onder meer het volgende:

‘Op 16 januari 1952, nu tien jaar geleden, bood het Nederlandsch Bijbelgenootschap het Nederlandse volk een nieuwe vertaling van de bijbel aan, een vertaling van deze tijd. Nu deze bijbel op vele kansels, in vele schoollokalen, aan vele gezinstafels, in studievertrekken en binnenskamers gelezen wordt, kan het niet anders of de band tussen de Statenvertaling en de moedertaal wordt zwakker. Waar de Statenvertaling nog gebruikt wordt is die kans geringer. Aangezien het lezen van de bijbel minder is dan in de dagen, waarin de taal der Statenvertalers de spraak en taal der lezers stempelde, bestaat de mogelijkheid dat het calvinistisch proza van de “overzetters uit de oorspronkelijke talen” hoe langer hoe minder begrepen wordt.’ Keren we nu terug naar het boek Jeremia, waaraan de hier behandelde uitdrukking werd ontleend, dan zien we dat in de vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap het bewuste citaat luidt: ‘Kan een Ethiopiër zijn huid veranderen, of een panter zijn vlekken (. . .)’, zodat’ mag worden aangenomen dat de bedoelde uitdrukking in onze tijd anders zou luiden (óf in het geheel niet zou ontstaan).

Ten slotte zij vermeld dat het woord Moriaan als benaming voor een mens met een donkere huidskleur in vroeger tijd heel gebruikelijk was. Bij vele tabakswinkels hing een uithangbord waarop een rokende ‘Moriaan’ was afgebeeld als symbool van de warme landen waaruit de tabak werd geïmporteerd. Hieraan herinnert onder meer het Pijpen- en aardewerkmuseum ‘De Moriaan’, Westhaven 29 in Gouda, dat in een zeventiende-eeuwse tabakswinkel is gevestigd. De voorgevel in Hollandse renaissancestijl van het huis, dat in 1948 werd gerestaureerd, is gesierd met een oude gevelsteen met een Moriaan en een schild met luifelbeeld dat eveneens een Moriaan voorstelt.