Uiteenloopendheid. Diversitas non tollit univocationem, Uiteenloopendheid sluit nog niet eenoznnigheid uit. — Non oportet secundum diversas rationes vel intentiones logicas, quae consequuntur modum intellegendi, diversltatem in rebus naturalibus accipere, quia ratio mum et idem secundum diversos modos apprehendere potest, S. THOMAS, SUM.
THEOL. I, Q. 76, A. 3, AD 4, De verschillende kengronden of verstandelijke voorstellingen die op de kenwijze volgen brengen nog niet noodzakelijk uiteenloopendheid in de dingen der natuur mee; De rede kan immers één en hetzelfde op uiteenloopende manieren waarnemen. — Ubi ... est simplicitas, diversitas eorum quae insunt esse non potest, S. THOMAS, COMP. THEOL. C. 22, Waar enkelvoudigheid is kunnen geen uiteenloopende deelen zijn.— Diversitas accidentalis, Bijkomstige uiteenloopendheid. Diversitas actualis, Daadwerkelijke uiteenloopendheid. Diversitas essentiae, Wezenlijke uiteenloopendheid. Diversitas formalis, Vormelijke uiteenloopendheid. Diversitas generica, Geslachtsuiteenloopendheid. Diversitas hypostasis, Uiteenloopendheid naar den drager. Diversitas individui, Eenlingelijke uiteenloopendheid. Diversitas logica, Begrippelijke uiteenloopendheid. Diversitas materialis, Stoffelijke uiteenloopendheid. Diversitas naturalis, Natuurlijke uiteenloopendheid. Diversitas numerica, Eenlingelijke uiteenloopendheid. Diversitas physica, Physische uiteenloopendheid. Diversitas rationis, Begrippelijke uiteenloopendheid. Diversitas realis, Zaaklijke uiteenloopendheid. Diversitas secundum suppositum, Uiteenloopendheid naar den drager. Diversitas significationis, Uiteenloopendheid naar de beteekenis. Diversitas specifica, Soortelijke uiteenloopendheid. Diversitas substantiae, Wezenlijke uiteenloopendheid. Diversitas suppositi, Uiteenloopendheid naar de vereenlingde zelfstandigheid. Diversitas suppositionis, Uiteenloopendheid naar de plaatsbekleeding.
